zondag 12 februari 2023

Wie je bent als je je rol aflegt

Tijdens de meest recente sessie van de tao-zengroep in Amsterdam, op zaterdag 4 februari jl., hield Marian Hoek van Dijke een inleiding over afscheid nemen van je identiteit. Onderstaand de tekst.

Onlangs heb ik na 21 jaar mijn baan opgezegd: ik geef mezelf de ruimte om te ontdekken wat ik de komende jaren wil gaan doen. Het is een proces waarin ik bewust een rol afleg en kijk in welke ruimte ik me bevind. Ik heb daarbij veel aan het laatste boek van Liesbeth Woertman, Wie ben ik als niemand kijkt ¹). Zij schreef het naar aanleiding van de rolverandering die haar pensioen meebracht, maar ik vind haar gedachten veel breder toepasbaar. Zoekend voor deze inleiding stuitte ik ook op een toespraak van Maarten Houtman over dit thema, uit 1987 in Eefde ²). Stukjes van Liesbeth Woertman en Maarten heb ik verbonden met mijn eigen vragen.

Verlies
Het afleggen van mijn rol roept gevoelens bij me op van zowel verlies als bevrijding. Ik verlies een zinvolle dagbesteding, structuur in mijn weken, een deel van mijn inkomen en van mijn autonomie, nu het UWV me taken geeft en berichten stuurt. En wat zeg ik wanneer ik me voorstel in nieuw gezelschap? Wie ben ik eigenlijk? Of vertel ik wie ik niet meer ben en bepaalt die stap nu mijn identiteit?

Liesbeth Woertman ziet de mens als iemand-in-relatie-tot-een-ander. Of tot iets anders: werk bijvoorbeeld. Wie we zijn wordt pas zichtbaar in onze daden, in de moed om je met iedere handeling in het onbekende te begeven en iets nieuws te beginnen. Dat vraagt om je verdiepen in jezelf, los van de blikken en oordelen van anderen, en zoeken naar heling, naar integratie. "Even thuiskomen bij jezelf" noemt ze het, bijvoorbeeld door meditatie, om van daaruit de publieke ruimte weer opgefrist in te stappen. Vanuit een sterker idee van wie je zelf bent.

Ook Maarten had het in Eefde over de relatie tussen jezelf en de buitenwereld.

"Het gaat om dat vermogen om rustig, stil naar jezelf te luisteren. Dat vermogen zul je moeten ontwikkelen. En als je het een beetje ontwikkeld hebt, dan merk je dat je daarvoor veel alleen moet zijn. Want anders blijf je in het dolhuis zitten – de maatschappij is een dolhuis, dat is duidelijk. Dus je zult in die tijden die je aan jezelf hebt moeten oefenen in het luisteren naar jezelf, in het gadeslaan van jezelf, in het opmerken van jezelf.
 En dat betekent niet alleen dat je naar je eigen bewegingen kijkt, maar dat probeert bewust te worden van hoe je erváárt, hoe de dingen op je toekomen. En als ik dat zo zeg: hoe de dingen op je toekomen, dan denk ik dat jullie allemaal denken, ja, hoe die dingen zijn. Maar wat ik bedoel dat is hoe je merkt aan jezelf dat jij ingaat op die dingen die op je toekomen.

"Wij zijn gewend om alles wat ons overkomt altijd buiten ons te plaatsen, dat doen we altijd. En als we willen weten, dan is het ook iets buiten ons. Iemand die naar zichzelf luistert, die is niet meer uit op weten. Die is uit op ervaren. En ervaren is iets anders dan weten. Zoals inzicht iets anders is dan kennis. Kennis kun je overdragen, inzicht kun je alleen maar krijgen, doordat je de rust en de bescheidenheid hebt om het tot je te laten komen.” ...... tot zover Maarten.



Bevrijding
Ik ervaar ook bevrijding. Ik zit in mijn tijd en aandacht niet meer vast in het stramien van mijn werk, ik houd energie over voor andere activiteiten en er komt ruimte om serieus te dromen over een toekomst met andere rollen die beter passen bij mijn huidige leven en mijn huidige ik.  

Tegelijkertijd kom ik ook in die ruimte obstakels tegen. Zoals er een glazen plafond bestaat, blijk ik ook glazen hekjes in mijn ruimte te hebben gezet die mijn speelruimte beperken. Persoonlijke overtuigingen uit het verleden, overtuigingen van anderen over hoe snel ik weer werk zou moeten vinden, kinderangsten over buitengesloten worden - en zelfs het vertrouwen van anderen ‘dat het allemaal wel goed zal komen’. Ik struikel er zo nu en dan verschrikkelijk over.

Liesbeth Woertman noemt de mens "een proces in ontwikkeling" en daarmee geen constante. Ze ziet het leven eerder als een spiraal dan als een rechte lijn: een voortdurend proces van groei en afbraak. En in onze levensloop signaleert ze in iedere fase een dynamiek van tegenstellingen. In de middelbare fase de tegenstelling van ontwikkeling versus stagnatie, in de ouderdom integriteit (het in elkaar puzzelen van alle stukjes van ons leven) versus wanhoop. Deze fase wordt idealiter gevolgd door die van wijsheid, de integratie met de samenleving, de natuur, het geheel. Ze noemt als ideaalbeeld een samenleving waarin alle stemmen gelijkwaardig kunnen klinken.

Maarten zegt: “
We hebben natuurlijk, zoals we zijn, op alles wat zich voordoet reacties. Natuurlijk, dat is zo. Maar ook die reacties op te merken en ze vriendelijk terzijde te schuiven. Want ze zijn uit de verleden tijd, ze zijn niet van nu. Ze zijn een reactie op iets wat al niet meer bestaat. Dat is heel gek, maar zo is het. We leven in reacties op dingen die er allang niet meer zijn. En waar het om gaat is te antwoorden op wat er nu is. En dat kun je niet met die oude mens. Die oude mens is getraind om te antwoorden op iets wat er niet meer is."

"...... dat je steeds duidelijker gaat beseffen dat het er om gaat naar jezelf te kunnen luisteren, jezelf op te merken. Jezelf niet als een automatische aanwezigheid te aanvaarden, die nou een keer zus en zo in elkaar zit. Maar de idee te hebben dat jij iets in wording bent, dat jij dus kunt veranderen, dat jij misschien iets heel anders bent dan je tot nu toe van jezelf hebt meegemaakt."
.........
"Dat je langzamerhand de smaak, de geur, de schoonheid leert ervaren van dat stille gewaarzijn van jezelf, wat nooit alleen maar jezelf is, maar tevens altijd de wereld is. Als je gewaar bent, dan ben je open, dan kan alles binnenkomen. En dan wordt het ook duidelijk. Dan wordt het duidelijk dat jij in verband bent met, dat jij een positie inneemt in een totaal. En dat jouw waarde is gelegen in die speciale positie die jij inneemt in het geheel

Hoe dan
Maar hoe verken ik mijn ik zonder die vertrouwde rol? Hoe geef ik dat nieuwe ik liefdevol ruimte? En: is er eigenlijk wel een ik daarbinnen?

Volgens Liesbeth Woertman gaat het meer om levendigheid dan om leeftijd. Om wijs te kunnen worden is het van belang om open te blijven staan en nieuwe gebieden in onszelf te verkennen. In een parafrase van Rilke: Leef je vragen en wie weet glij je op een dag het antwoord binnen.

Maarten geeft als advies: “
Je zult je leven zo moeten inrichten dat er tijd is, echt gewoon klokkentijd. Om hiermee bezig te zijn, om te merken wat er in jezelf allemaal plaatsheeft. Want je moet zo ontzettend veel verwerken, je krijgt zo ontzettend veel indrukken binnen en zoveel meningen en zoveel sores, dat moet verwerkt worden." 

"Je kunt nooit inzicht krijgen door te grijpen. Je kunt het ook niet uit een boek krijgen of van een leraar krijgen. Inzicht groeit in jezelf. Door op een verstandige manier te leven, door jezelf in de gelegenheid stellen in een positie te komen waarin je op jezelf in kunt gaan. Zodat het jezelf gaandeweg duidelijk wordt hoe je in het leven staat.
 ...... En dat je dat belangrijk genoeg vindt om daar niks aan te doen. Er niet aan te corrigeren, niet aan te heisteren, niet aan te trekken, te duwen, niks… Door er alleen maar bij te blijven en het zich langzaamaan aan je te laten ontvouwen.
 ...... Want als jij de moed en de kracht hebt om erbij te zijn zonder er iets aan te doen, dan ontvouwt het zich. En daar gaat het om. Dat is een boek dat nog niet bestaat, een boek dat ‘jij’ heet. En dat jij ook alleen maar lezen kunt, niet een ander.
"

"Dus je hebt geen model voor je. Je hebt geen voorbeeld, je hebt geen aanwijzing, je hebt alleen je eigen ervaring. En als je daar wijs mee omgaat, als je die ervaring zijn gang laat gaan – niet halfweg of, nou ja, het is nog niet uitgesproken of je bent er al mee bezig. Dan is die ervaring verloren. Die ervaring kan alleen maar werken als jij hem toelaat, steeds meer. ...... En dat toelaten hangt samen met ontspanning, hangt samen met ervan uitgaat dat het niet boosaardig is wat je overkomt. Dat het iets heel natuurlijks is, iets wat de moeite waard is. Het is niet iets vijandigs. Dat je die kramp loslaat, van ‘zal ik er niet in verloren gaan, zal het me niet aanranden, zal ik niet…’ Afijn, vul maar in. ...... Zo zijn we gewoonlijk, hoor. Je beseft het misschien niet, maar zo zijn we gewoonlijk."

"Wij leven alsof we van te voren verzekerd willen zijn dat wat op ons toekomt goed is. Maar dat betekent dat we aldoor in wantrouwen leven. Een ervaring kan alleen maar werken als hij helemaal bij je kan komen. Wanneer jij hem toelaat. Zelfs uitnodigt. Dat je zegt: ja, kom maar, ik heb nog geen idee over je, ik weet nog niet wie je bent, kom maar...... Dan kan een ervaring iets in jou veranderen, onvoorspelbaar wat."

"En zo komt, als iets lieflijks, de ervaring in je tot ontwikkeling. Die groeit in jou. En daar is niets aan te wensen en te veranderen. Het heeft zijn eigen waarde. Het heeft zijn eigen identiteit. En jij groeit mee met die identiteit van de ervaring. ...... Dat is wat gebeuren moet en wat voor ons allemaal is weggelegd, zonder uitzondering. ...... Het enige wat nodig is, is dat je beseft wat leven is, wie jij bent en hoe je jezelf los kunt laten. Hoe je al die oude troep los kunt laten. Vrijwillig. Uit inzicht."
 

Marian Hoek van Dijke

1) Liesbeth Woertman, Wie ben ik als niemand kijkt, een andere kijk op de ouder wordende vrouw, Ten Have, Utrecht (2022)

2) Zie op maartenhoutman.nl