Redactiewisseling
Vanaf 1 juni 2021 nemen Simon Knepper en Rien Heukelom de redactie van dit weblog over van Hein Zeillemaker en Lene Gravesen. Hein wil zich meer toeleggen op de vervolmaking van de nalatenschap van Maarten Houtman in https://www.maartenhoutman.nl/ . En Lene wil zich meer toeleggen op haar eigen schrijfkunst.
Simon is journalist/redacteur, kwam eind jaren zeventig enkele jaren bij Maarten oefenen en keerde eind negentig weer in de moederschoot van taozen terug. Rien is vanaf 1978 betrokken bij het werk van Maarten en op dit moment een stuwende kracht achter de groep ‘taozen-oefenen’, die nog steeds één keer in de maand bijeenkomt.
Een groot verschil met de vorige redactie is er niet. Maar de nieuwe redactie hoopt in haar redactioneel uitgangspunt het doel van deze weblog nog wat duidelijker te hebben afgebakend. De vóór 1 juni gepubliceerde stukken zullen dan ook niet worden getoetst aan het nieuwe redactionele uitgangspunt. Ze blijven in het archief van de weblog staan en zijn te allen tijde te lezen.
We hopen dat er veel van deze weblog ‘Zen als leefwijze’ gebruik zal worden gemaakt.
donderdag 27 mei 2021
zaterdag 1 mei 2021
Doen door niet te doen - bij het overlijden van Kristofer Schipper
Door Emilie van de Raa
(inleiding op het gesprek bij de bijeenkomst op 3 april 2021 van de groep 'Tao-zen oefenen')
Onderstaand citaat komt uit een artikel in de Volkskrant van 26 februari 2021 bij het overlijden van Kristofer Schipper, sinoloog en Taoïst.
... de Tao is slechts een naam die wordt gegeven aan het auto-regulerende principe dat beantwoordt aan de natuur van de kosmos. De vier centrale begrippen uit het taoïsme laat Schipper onvertaald: yin, yang, qi en Tao, dat letterlijk ‘weg’ betekent; een woord dat het begrip geen recht doet en vooral tot gezwets in de ruimte leidt (‘de weg is het doel’). De sleutelterm wuwei, die meer dan honderd keer in Lao Zi’s geschriften voorkomt, vertaalde hij wel, met ‘niets doen’. Het staat voor relativeren, niet ingrijpen in de natuurlijke ontwikkeling. ‘Weten dat je niet weet, dat is het hoogste’, schreef Lao Zi.
interview van Jacqueline Oskamp met Kristofer Schipper
“Zoek de hoogste leegte. Bewaar de diepste stilte. Dan verrijzen alle dingen tezamen. Stil zittend aanschouw ik hun terugkeer. Ja, alle dingen hebben hun bloeitijd en gaan dan terug tot waar ze vandaan kwamen. Terug gaan tot de oorsprong heet verstillen. In stilte keer je terug tot je lotsbestemming. Dat is het onveranderlijke. Zij die het onveranderlijke kennen, zijn verlicht. Zij die dit negeren, doen in het wilde weg rampzalige dingen. Het onveranderlijke kennen, maakt vergevingsgezind. Wie vergevingsgezind is, is universeel. Universeel zijn, brengt soevereiniteit. De soeverein vertegenwoordigt de hemel. Van de hemel komen we bij de Tao. De Tao maakt dat alles voortduurt, ook al vergaat het lichaam. Er is niets te vrezen.”
“Doen door niets te doen, grijp in door op te geven. Proef wat geen smaak heeft. Eer het kleine als groot, wat weinig is als veel. Beantwoord haat met innerlijke kracht. Bereid je voor op het moeilijke, zolang alles nog makkelijk is. Doe iets groots terwijl alles nog klein is, want de moeilijkste dingen in de wereld komen uit wat eens eenvoudig was. De grootste kwesties uit wat aanvankelijk klein was. Daarom streeft de wijze nooit naar het grote. Daarom is de wijze in staat het grote te verwezenlijken.”
Hierna een stuk tekst uit een lezing van Maarten Houtman: ‘De wortel van je werkelijkheid’
Verband tussen de twee teksten en de relatie met mijzelf
De aanleiding van het thema ‘doen door niet te doen’ was de tekst bij de overlijdensadvertentie van Kristofer Schipper:
“De Tao maakt dat alles voortduurt, ook al vergaat het lichaam, er is niets te vrezen.”
Ik zocht de naam ‘Kristofer Schipper’ op internet en kwam zo op het interview met hem van de BOS dat uit twee delen bestond. Daaruit trof mij nog het meest zijn uitspraak over ‘het ophouden’. Zijn uitleg had eenzelfde resonantie als Maarten tijdens zijn lezing: ‘De Wortel van de werkelijkheid’.
Maarten voegt nog een dimensie toe. Namelijk dat de oorzaak van je onrust kan liggen in de poging een antwoord te willen vinden op de chaos in jezelf en in de wereld. Als het antwoord er niet is, blijf je in je hoofd zoeken naar een oplossing. Dat is de wortel van de onrust. Dit mechanisme herkende ik.
Maarten’s lezing stelde mij gerust. Ik hoef mij niet bezorgd te maken of ik wel een antwoord zal vinden op wat er om mij heen gebeurt, en over wat er in mijzelf gebeurt.
De antwoorden komen vanzelf door rijping. Rijping kan je niet forceren, dat gebeurt vanzelf. Je kan een bloem niet aan zijn kopje uit de grond trekken.
Ik raadpleegde nog diverse vertalingen van de Tao te King. Het ‘op zijn beloop laten’ is voor mij nog het best geformuleerde houvast van wat Tao als levenshouding is. Accepteren dat ik op het moment zogenaamd ‘niet productief’ ben. Wat er wel gebeurt, is dat ik geordend word.
Ik krijg weer overzicht. Mijn onbewuste laat zien wat er onder de oppervlakte ligt te wachten.
Mijn onbewuste heeft de leegte nodig om zich te durven tonen. Dat kan alleen als ik er de rust voor neem.
Elke keer dat ik ga zitten, zie ik op tegen het onderbreken van wat ik aan het doen ben.
In een andere omgeving, waar ik los ben van mijn eigen context, gaat het vaak beter.
Ondanks de weerstand, ga ik toch zitten en merk ik de weldaad van de continuïteit in mijn meditatie die doorwerkt als ik weer opsta.
Door alert te zijn op het thema doen-door-niet-te-doen, merkte ik dat mijn meditatie in de loop van de tijd veranderde. Ik kon op bepaalde momenten tijdens mijn bezigheden een moment stilhouden en afstand nemen. Bijvoorbeeld bij het koken.
Ik was eigenlijk zo verbaasd over mijn innige gehechtheid aan het bezig zijn, dat die gehechtheid daardoor “over de top” raakte en verminderde. In de Tao te King staat: wil je het kwijt, maak het groot. Al met al was het bezig zijn met dit thema een grote paradox: intensief bezig zijn met een onderzoek naar “niets doen”. Bijna had ik nog drie boeken over het onderwerp gekocht, maar dat heb ik gelukkig achterwege gelaten. Mijn eigen ervaring was genoeg.
zaterdag 9 januari 2021
De dood van een slang
door Rien Heukelom
In 1963 kreeg mijn moeder sinds 22 jaar weer een vakantie. Het advies van de huisarts had gewerkt; mijn vader zou zijn vrouw eens een verzorgde vakantie moeten gunnen, zodat ze een week niet aan het onderhoud van de grote schoolwoning hoefde te denken, geen boodschappen hoefde te doen, zeven dagen per week het eten hoefde te koken, kleren te wassen, bedden te verschonen, te strijken, enz.
We reisden naar het Doopsgezind Broederschapshuis bij Elspeet, dat later ‘Mennorode’ ging heten. Daar kon mijn moeder één van haar oude liefhebberijen oppakken: fotografie. Ze vond er mensen die er enig verstand van hadden en haar leerden over diafragma, sluitertijd en belichting.
Tot 1970 gingen we elk jaar naar Elspeet. En elk jaar maakte mijn moeder een paar foto’s. Digitale fotografie was er nog niet; ze moest zuinig zijn op haar filmrolletjes. Toch zijn niet alle foto’s bewaard.
Eén van de mooiste foto’s die mijn moeder er maakte, was in 1966.
Het was een natte zomer. Het was avond en al donker. Enkele kinderen hadden hem ontdekt. Hij lag op een zandpad op het terrein van het Broederschapshuis. Opgewonden vertelden ze hun ouders, die in het hoofdgebouw aan de koffie zaten, dat een giftige slang op het zandpad lag.
IJlings werden grote en kleine zaklantaarns van de slaapkamers gehaald die in drie houten barakken verspreid op het terrein lagen. Tussen het hoofdgebouw en de barakken was geen verlichting. Mijn moeder liep met het groepje mee naar de plek des onheils. Haar camera hield ze met haar rechterhand aan het halsband vast. Op het ritme van de gejaagde stemmen over gevaarlijke beesten schoten lichtstralen langs bladerdekken, struiken en boomstammen.
Mijn moeder zweeg. Het was alsof ze weer in Indië was. Bewust stapte ze over elke schaduw heen. “In Indië zwijg je tijdens een nachtelijke wandeling en zelfs iedere schaduw laat je met rust,” had ze een keer tegen mij gezegd.
Ze boog zich over het dier. De stemmen verstomden. Het groepje schaarde zich op gepaste afstand achter haar. Niemand kende haar Indische verleden. Meer het leek erop alsof zij het antwoord moest geven op de vraag wat er met de slang moest gebeuren. Even was het heel stil.
Kort was de knak van een tak te horen en een zucht van boombladeren. De slang maakte een beweging in de richting van mijn moeder. Het leek de kop naar haar op te willen richten. Toen begon iemand vlak achter mijn moeder luid te roepen: “Dood dat mormel.” Instemmend geroep volgde. Ze zei nog dat ze in Indië wel vaker slangen had gezien en dat deze niet gevaarlijk was.
Ze nam hem met flits vlak voor een jongen als een volleerd messenwerper zijn zakmes achter de kop van het dier gooide. Mijn moeder staarde in een moment van ontzetting naar het gedode beest, voordat een andere jongen de dode slang, waarvan de kop nog voor de helft aan het lichaam hing, kloek bij de staart pakte en in de bosjes wierp.
Te midden van de jonge helden liep het groepje terug naar het hoofdgebouw. Sommige zaklantaarn lichten waren uit, anderen beschenen nonchalant het pad. Snel werd het groepje een schaduw in de lichten van het hoofdgebouw. Het bos had geen mening over het gevaar dat was afgewend. Mijn moeder keek ontgoocheld het groepje na. Ik stond een paar meter achter haar. Het pad werd langzaam leeg, donker en nstil. Er ging een koude rilling door me heen. Met de camera in haar hand liep mijn moeder alleen, bijna huilend, richting het hoofdgebouw. Mijn aanwezigheid merkte ze niet op.
NB Toen het klooster in Maarssen in 2005 niet langer beschikbaar was, kwamen er dankzij Rien sessies in Mennorode. In mei 2007 gaf Maarten Houtman daar zijn laatste sessie. [red.]