“We maken onszelf kapot door onze stemmingen, door onze opgetogenheid of onze diepe depressies. We zijn te trots om onszelf te onderzoeken of ons aan onderzoek door een ander te onderwerpen. We staan geen kritiek toe. Elke relatie die de deur naar ons hart en onze geest zou kunnen openen, kappen we af. We worden zo slim in onze weerstand, dat het met de jaren steeds beter lukt. We spelen het klaar overal anderen de schuld van te geven. We hakken op andermans fouten om de onze te verbergen. We worden steeds achterdochtiger en zoeken wat achter iedere opmerking of daad. We sluiten ons meer en meer af en raken aldoor eenzamer en geïsoleerder. Had dat allemaal voorkomen kunnen worden? Wie moet het voorkomen? De wereld? Jij of ik”
J. Krishnamurti, in: Kan ik voorkomen dat ik mezelf te gronde richt? Convocatie sessie december 1999
door Hein Zeillemaker
Afgelopen zondag nam ik met een zen-genote deel aan de jaarlijkse ‘Krishnamurti- en Sterkamp Wandeltocht’ in Ommen – de plaats die jarenlang in de schijnwerpers stond, omdat Krishnamurti er in de vooroorlogse jaren zijn ‘Sterkampen’ hield. Aanvankelijk deed hij dat als ‘ontdekking’ van theosofen als Annie Besant en Leadbeater, maar vanaf 1929 op eigen kracht – nadat hij de zogeheten ‘Orde van de Ster van het Oosten’ opgeheven had. En daarmee ook de idee opgaf dat hij de ‘toekomstige Wereldleraar’ zou zijn, zoals de theosofen claimden, en tevens afstand deed van al het geld en eigendommen, verzameld voor zijn werk.
De rondleiding die wij volgden wilde ons – met enige fantasie – een blik laten werpen op de sporen van de 'Sterkampen' die rond Ommen nog zichtbaar zijn.
Maar terwijl we daar in hoog tempo verder marcheerden over het landgoed Eerde, kwam bij ons steeds sterker de vraag op: waar gaat dit eigenlijk over, waar is nu de boodschap van Krishnamurti, de kern waarmee hij zovelen bezielde? Namen wij hier soms deel aan een bedevaart – zoals die naar de tand van de Boeddha op Shri Lanka. Of was het gewoon een aangekleed ‘ommetje Ommen’ van de plaatselijke VVV?
|
Thuisgekomen, kreeg ik grote behoefte om voor mezelf eens op een rijtje te zetten wat Maarten in zijn toespraken zoal over Krishnamurti verteld heeft – zie de video en de citaten hieronder.
Maarten houtman over krishnamurti
Om te beginnen het videofragment ‘Het dilemma van de oefening’, Maarten Houtman over Krishnamurti, waar hij in gesprek is met Ton Lathouwers en Nico Tydeman:
Fragmenten uit sessie-toespraken
“Een mededeling van Krishnamurti, die mij eigenlijk mijn hele leven begeleid heeft, wijst in dezelfde richting: dat meditatie moeiteloos is, dat meditatie iets liefelijks is, iets wat je overkomt. Twee kwalificaties die aangeven dat je dat niet af kunt dwingen en dat je er niet voor kunt oefenen.
Het is zeer fundamenteel wat ik hier zeg, want dit is in tegenstelling tot wat traditioneel gedaan wordt.”
Meditatie is een avontuur, Eefde, juli 1990
Ik herinner me nog dat Krishnamurti zei (dat was in 1937): “Geef mij drie mensen die volledig bewust zijn, en ik zal de wereld veranderen.”
Nou, dat heeft hij nooit meer gezegd... Want zo gaat het niet. Het is een immense … worsteling. Het is onvoorstelbaar groot wat er gebeurt.”
Voortdurend waarnemen. Sterrelaan, 23 maart 1991
“Wij zitten in een tijd dat het denken-voelen echt oppermachtig is geworden. En dus moet het denken-voelen eerst zijn eigen onmogelijkheid inzien, vóór het herenigd kan worden in het grote proces van de evolutie. Dat moet het zelf inzien, want anders kan het zich niet openen voor het onbewuste!
Dat is de grote verandering die heeft plaatsgehad. Krishnamurti is één van de grootsten geweest die op dit punt altijd gewezen heeft: het denken-voelen moet zijn eigen onmogelijkheid inzien, voordat… enzovoorts. En dan kan die andere weg, die noodzakelijk is, waar je niet aan voorbij kunt gaan, zijn werk doen. Maar die heeft dan geen last meer van het gekwebbel van het denken-voelen.”
Herenigd in de queeste. Huissen december 1992, dinsdag
– Maarten: B. vroeg zich af of het niet zo was dat je, als je besefte waar het om ging, je ook je wil gebruikte om tot die omzetting te komen – die ik ‘mutatie’ genoemd heb. En toen heb ik gezegd ‘Nee, dat gaat niet, want de wil is, zoals wij zijn, werktuig van het denken-voelen, en het denken-voelen is het ‘ik’ en het ‘ik’ is dus afgescheiden. Dus de manier waarop het werkt, zonder dat het beseft, is altijd in de richting van het afgescheidene.’
Dit probleem waar we het nu over hebben, is waar het hele leven van Krishnamurti om gedraaid heeft. En waar hij heel duidelijk in is geweest, zeker de laatste jaren, en ontkend heeft dat dat überhaupt mogelijk is.”
Belangeloze aandacht. Sterrelaan 27 april 1991, gesprek
“Daarom vind je in al die geschiedenissen ook terug dat het onverwacht komt en verdwijnt en dat het bijna niets achterlaat in de herinnering, dan alleen het gevoel dat alles – maar dan ook alles – anders is dan je gedacht had. En dat het je tevens het bezig zijn als het ware uit handen slaat. Ook wist het iedere oriëntatie omtrent waar het begint en waar het eindigt uit. Het enige wat je weten kunt is: het is er geweest, het heeft me veranderd, en dat is dat. Dat is ook heel begrijpelijk, want alles wat in je herinnering is, is er via de zintuigen ingekomen, dus dat kan er niet van zijn.
Daarom vind ik het heel opmerkelijk dat Krishnamurti ergens zegt: vanuit het wezen kan wel iets in je duidelijk worden, maar vanuit de tijdelijkheid, vanuit je ‘ik’, kan niets van dat wat buiten de tijd is begrepen worden.”
Het vermoeden. Sterrelaan 9 maart 1996
Dat is het opmerkelijke in het boek wat Krishnamurti geschreven heeft. In die zes maanden dat hij voortdurend die onbeschrijflijke ‘aanwezigheid’ ervoer, dat het na die zes maanden fini was. Maar toen is hij niet gaan jengelen, toen heeft hij alleen gezegd: alla, het is fini.
Alles is in voortdurende staat van verandering. En kunnen wij die intensiteit in onszelf zijn gang laten gaan – je kunt hem niet ‘wekken’, je kunt het zijn gang laten gaan. Dat je in voeling blijft.
De wereld om ons heen. Vijfdaagse april 1993, vrijdagavond
“Vierentwintig jaar geleden zei Krishnamurti in één van zijn toespraken: ‘Zolang je uit bent op ervaring, kun je niet mediteren.’
Ik snapte er geen bal van. Toch is het heel duidelijk en concreet gezegd. Zolang je het nog verwacht van het volgende moment – dat is nu heel dichtbij gehaald – kun je dit moment niet beleven, want je bent al dáár met je aandacht. En zo is ons hele leven, altijd maar weer het volgende, het volgende, het volgende. Dat belet je om de kwaliteit van je doelen te beseffen en je te ontdoen van het onnodige – want ontspannen is ook het zich ontdoen van het onnodige.”
Van seconde tot seconde loslaten. Eefde juli 1985, zaterdag