woensdag 6 november 2019

Surfen op het ‘hier en nu’

 door Simon Knepper

Inleiding van zaterdag 2 november 2019 bij Taozen-groep ‘Tao-zen oefenen’

Toen ik een jaar of 17 was kreeg ik voor mijn verjaardag mijn eerste, eigen boekje over Zen kado: de ‘Inleiding tot het Zenboeddhisme’ van professor D.T. Suzuki.
Vond ik geweldig fascinerend en ik begreep er niks van, behalve dat de schrijver waarschijnlijk heel geleerd was.
Maar al gauw kwamen gelukkig andere mensen langs. Alan Watts, Robert Pirsig met zijn geweldige ‘Zen en de kunst van het motoronderhoud’, maar ook Krishnamurti en Vimala Thakar en Karlfried Graf Dürckheim.

Wat die gemeen hadden is dat ze allemaal luid en duidelijk wezen op het hier en nu als de enige toegangsweg tot, laten we zeggen, het Onnoembare.
Zen, ging ik zo geleidelijk aan begrijpen en ook ervaren, is levenskunst en echte levenskunst houdt in dat je leert hier en nu te leven.

Zo denk ik er nog steeds over, en die overtuiging is inmiddels sterker dan ooit. Maar de afgelopen maanden heb ik wel veel nagedacht over de vraag: wat bedoel ik dan eigenlijk met ‘hier en nu leven’? En waarom vind ik het zo belangrijk, wat geeft het me?

Dat ‘hier en nu’ is iets heel vreemd en ongrijpbaars. Tijd en ruimte zijn onscheidbaar, weten we sinds Einstein, en in het verlengde daarvan zijn ook hier en nu onscheidbaar. ‘Hier’ is altijd ‘nu’ en ‘nu’ is altijd ‘hier’. Hedendaagse natuurkundigen kunnen je uitleggen dat de vraag Wat gebeurt er nú op de planeet Venus? ’zinloos is. Even zinloos als Wat gebeurt er hiér op planeet Venus? Elk ‘hier’ heeft kennelijk zijn eigen ‘nu’. Voor mij een verbluffende en mateloos fascinerende gedachte.

Wat de zaak nog mysterieuzer maakt, is dat ‘hier’ en ‘nu’ niet alleen onscheidbaar zijn, maar zich ook niet laten fixeren. Het hier en nu is een continue stroom, een soort rivier, en rivieren kun je per definitie niet fixeren om er optimaal mee in contact te komen. Hier en nu leven heeft blijkbaar niet te maken met iets stilzetten, iets vasthouden of isoleren.

Hier en nu leven is beslist óók niet dat we ons verleden uitwissen. Ik denk ook dat we dat helemaal niet kunnen, zolang we mentaal gezond zijn. Bovendien: je verleden uitwissen zou voor sommige mensen misschien voordelen hebben, maar het betekent ook dat alles verdwijnt wat je in dat verleden hebt geleerd.
Daarmee zou het heel onverstandig zijn. Als we hier ons verleden zaten uit te wissen, liepen we straks buiten onmiddellijk onder de eerste beste auto.

Daar komt bij dat we ons meeste recente verleden, datgene wat we net hebben beleefd, continu bij ons dragen in ons werkgeheugen en ons kortetermijngeheugen. Dat helpt ons te handelen. Voor dat datzelfde handelen is het nodig dat we voortdurend op de meest nabije toekomst anticiperen. Terwijl ik deze zin voorlees zie ik de volgende woorden al, en ben ik me ervan bewust dat er nog meer zinnen komen. En gelukkig maar, want daar kan ik bijvoorbeeld mijn intonatie op afstemmen.
Dat even vasthouden van het nabije verleden en anticiperen op de nabije toekomst hebben we gemeen met alle levende wezens. Het is inherent aan leven. Letterlijk ‘in het moment leven’ kúnnen we dus eenvoudigweg niet.

Waarmee ik nogmaals terug ben bij de beginvraag: Wat bedoel ik dan met hier en nu leven? Mijn antwoord is, uiteindelijk: ik heb geen flauw idee. Maar dat is geloof ik niet iets om wakker van te liggen. Want het goede nieuws is: tegelijk weet ik heel goed wat het is, hier en nu leven. Het gebeurt me vrij geregeld. Vaak genoeg in elk geval om te weten dat het niks bijzonders is, laat staan iets ingewikkelds. Ik denk alleen dat het zich niet in woorden laat vatten.

Nog meer goed nieuws: dat ik steeds zekerder denk te weten wat het allemaal niet is. Ik zei al: hier en nu leven kan volgens mij niet betekenen dat je verleden wordt gewist. Het kan ook niet betekenen dat je niet meer anticipeert op de toekomst. Prima, dat mag dan zo zijn, maar er is gelukkig nog meer over te zeggen. Het hier en nu leven dat ik bedoel, en dat wél kan, houdt in dat je niet de bril van het verleden op je neus hebt en ook niet de bril van de toekomst. Dat je je niet laat meeslepen en sturen door emoties die vastzaten aan gebeurtenissen uit het verleden, en ook niet door al die belangen die te maken hebben met het voor de toekomst veiligstellen en verstevigen van je ego. Met alles wat je niet werkelijk bent en wat er dus niet werkelijk toe doet.
Voor mij betekent hier en nu leren leven niks anders dan leren dáár alert op te zijn: op het feit dat je onbewust of halfbewust voor de zoveelste keer een van die gekleurde brillen hebt opgezet. En dan zo’n bril meteen weer even afzetten, zonder treurnis of zelfverwijt.
Zulk hier en nu zijn ervaar ik zelf als een soort surfen. Jezelf ontspannen staande houden op een rollende golf (ik stel me voor dat geoefende surfers dat zonder gerichte inspanning doen), en elke keer als je in het water bent gedonderd gewoon weer vrolijk op die plank gaan staan. Niks meer, niks minder.

Ten slotte: Waarom is op dié manier hier en nu leven belangrijk? Simpel, denk ik. Omdat het de enige manier is om jezelf en je omgeving tot hun recht te laten komen. En tegelijk: om je opgenomen te kunnen voelen in de levende werkelijkheid, die dan steeds weer even nieuw blijkt te zijn als dragend en ondoorgrondelijk.

zaterdag 26 oktober 2019

Gurdjieff's Movements - aandacht, aandacht, aandacht...

Tijdens de sessie van december 1994 vertelde Maarten Houtman deze zen-anekdote:

Er was een leerling die aan meester Ikuju, een beroemde zenmeester, vroeg: ‘Meester, wat is nu het hart van zen? Wat is de kern, de laatste waarheid?’
Meester Ikuju zweeg een poos en zei daarna: ‘Aandacht.’
De monnik dacht: ja, natuurlijk: aandacht. Maar hij zei: ‘Ja, dat weet ik wel, maar wat ligt daar nu daaronder?’
Meester Ikuju zei: ‘Aandacht, aandacht.’
En toen zei de monnik: ‘Ja, maar in de Hart Soetra wordt gezegd dat het zwijgen ...’
‘Ja,’ zei meester Ikuju, ‘dat is aandacht, aandacht, aandacht.'
Aandacht, aandacht, aandacht..., Tao-zen sessie december 1994 in Huissen, zaterdagmorgen

Ik moest aan deze passage denken, toen me pas iets overkwam waar je allerlei dure namen aan kunt geven, maar wat vergelijkbaar is met als je ergens op een verlaten plek op aarde plotseling onder een stralende sterrenkoepel staat. Of met de fascinatie die er kan zijn als je in de stad op een heldere avond hoog in de hemel de maan ontwaart.
Bij zo'n gelegenheid kun je bij jezelf constateren dat je ziel als het ware meezingt in het Al - dat is waar voor mij echte aandacht uit bestaat: totale aanwezigheid, er helemaal zijn.
Wat we meestal niet in de gaten hebben, is dat een dergelijk diep bewustzijn een sterk lichamelijke component heeft. Dat is waar mijn verhaal eigenlijk over gaat:

Ik was op een nacht - dat is voor mij vaak de tijd dat ik het helderst ben - op het internet aan het grasduinen naar geschikte muziek voor het wekelijkse shaken, toen ik op het Facebook belandde van het Konya International Mystic Music Festival, dat jaarlijks plaatsvindt in de Turkse stad Konya, rond de geboortedag van Jalal ad-Din Rumi. Op dat Facebook vond ik onderstaande video van een uitvoering van de Movements van Gurdjieff.

Ik was direct al verbluft door de ongelofelijke intensiteit van het gebeuren en het effect dat het bekijken van een filmpje van 8 minuten op me had...

Na die nacht tweemaal naar de video gekeken te hebben - en geluisterd, práchtig die muziek van Gurdjieff/De Hartmann: N8 - The Great Prayer, Dervishes with Counting - vond ik het welletjes,  maar ik had wel een gevoel dat er iets bijzonders met me gebeurd was. Wat ik eigenlijk de volgende ochtend pas goed ontdekte.

Ik doe sinds enige tijd bij het wakker worden de oefening van Maarten Houtman voor de energie-circulatie. Ik voel de noodzaak ervan steeds sterker, nu ik mijn hooggespannen verwachtingen erover heb getemperd. Onder het beluisteren van de instructie op mijn mp3-speler heb ik soms moeite m'n aandacht erbij te houden en ik val regelmatig in slaap.
Maar die ochtend was het totaal anders: ik was helder, m'n lichaam voelde heel erg aanwezig en het was alsof ik vanbinnen de energiebanen voelde liggen. Die 'totale aanwezigheid' van echte aandacht blijkt een kwestie van - letterlijk - aanwezig zijn met huid en haar, in hart en nieren ...

Hoe het uiteindelijk mogelijk is dat, in samenspraak met een video, een dergelijke intensiteit van aandacht kan ontstaan, zal wel een raadsel blijven. Sommigen hebben het bij het bekijken van een kunstwerk of bij het beluisteren van toespraken van Maarten - die ook van een intensiteit zijn dat je soms aan een paar zinnen al genoeg hebt om verder te kunnen...

Hein Zeillemaker
Eerder verschenen op Shaking Zen Blog, 7 nov. 2017

zaterdag 12 oktober 2019

Waterland

Mist veegt in flarden langs het pad
het zicht niet meer dan honderd meter,
de sloot verdwijnt
alsof de wereld ophoudt te bestaan.

De zon schetst vaag wat witte lijnen
een dak – een stal, een huis misschien,
een hond blaft, dichtbij maar toch ongezien
en ook de auto’s zijn alleen nog maar te horen.

De tijd lijkt stil te staan en alle menselijk
gedruis ver weg.

Ook ik sta stil en wil niet meer dan dit –
een kleine plek om te verwijlen.

Klaaske Fokkens
januari 1999



donderdag 21 maart 2019

Okada – meester van adem en seiza-bankje

Okada Torajiro in 1920, 49 jaar oud
“De Seiza-houding stemt overeen met de natuur. Waarom valt een pagode, zelfs een van vijf verdiepingen, niet om? Omdat zij het fysisch evenwicht bewaart. Wanneer men in de Seiza-houding zit, valt men niet om, van welke kant men ook een stoot zou krijgen.”
Okada Torajiro.
‘Een echte 'Zenner' zit in de lotus-houding op een kussen’
Zo is het bij mij van meet af aan overgekomen. Ik zag die yoga beoefenaars hun soepele benen onder zich vouwen, de rug gestrekt, de pink omhoog, en ik wist: dit is ZEN...
Zelf was ik met mijn lichamelijke constitutie vanzelfsprekend tot het bankje veroordeeld, het krukje voor de krukken, een voorstadium van de stoel. Dat werd dan met een mooi woord ‘seiza-bankje’ genoemd, maar ja, what's in a name? Eigenlijk doe je een beetje voor spek en bonen mee ... en met slechte vooruitzichten...
“Net als de Tao, is het werk van Okada Torajiro (1872-1920) misschien het gemakkelijkst te definiëren in termen van wat het niet is. Okada heeft de wereld Seiza geboden, een eenvoudig middel om jezelf te ontwikkelen, gebaseerd op een goede zithouding en een juiste ademhalingsmethode."
Joshua Shapiro, ‘The Life & Times of Okada Torajiro’, Kyoto Journal, december 2015.
Seiza was een zen-lekenbeweging die in de eerste decennia van de 20e eeuw in Japan een grote verspreiding had. Ook Graf von Dürckheim kwam er mee in aanraking, hij prijst de zachtheid van de methode in zijn boek 'Hara'.
Joshua Shapiro geeft in het aangehaalde artikel vervolgens een opsomming van wat ‘Seiza’ dan niet is:
“Als religie echt over ‘redding’ gaat, dan is Seiza (letterlijk: ‘in stilte zitten’) een religie zonder attributen. Hyper-minimalistisch als het is, schuwt het externe organisatie, tempels, tienden, dogma, theorie, canon, aanbidding, overtuigingen, literatuur, geschriften, kalender, gebeden, hymnes, priesterschap, hiërarchie, relikwieën, iconen, heiligen, eerbetoon, persoonlijkheidscultus, vakanties, mythen, kosmologie, symbolen, architectuur, wetten, geboden, uniformen en kostuums.”
En je vraagt je af, als religie echt ‘religio (= ‘verbinding’ ) wil zijn, hoe kan dat zijn als er zoveel stof in de lucht is...
Zijn conclusie luidt dan ook: Seiza is truly more zen than Zen.

En bij dat ‘Seiza’ van Okada hoorde ... het seiza-bankje – niet als een uitwijkmogelijkheid voor krukken, maar als een uitgekiende, geavanceerde manier van in balans zitten.
Voor de goede orde, we hebben het hier over de Okada, ‘meester van de adem’, van de Tao-zen sessie van maart 1983: Meester Okada en het geheim van de adem.

Seiza-bankje

Wie was die Okada eigenlijk? Shapiro vertelt:

Okada was vanaf zijn tienerjaren ‘een zoeker op het pad’, met zowel interesse in landbouwinnovatie als in de ontwikkeling van lichaam en geest. “Hij bestudeerde in vertaling de onderwijsideeën van Rousseau's 'Emile ou de l'éducation' en Plato's Politeia. Hij las ook de leringen van Confucius, Jezus, Lao-Tzu, Boeddha, Mencius, Shinran en Hakuin.”
Op zijn veertiende ervoer hij, terwijl hij temidden van de rijstvelden naar de ondergaande zon keek,  een zelf-realisatie. “Hij bezocht toen beroemde priesters en ontving training in za-zen. Hij maakte bedevaarten om vooraanstaande denkers, filosofen en staatslieden van zijn tijd te ontmoeten, op zoek naar antwoorden. En hij bezocht boeddhistische tempels en observeerde de houding van de Boeddha in standbeelden.”
En Okada zette zijn ontdekkingstocht voort in Amerika, waar hij tweeëneenhalf jaar verbleef ... tot hij bericht krijgt van zijn gearrangeerde huwelijk.

Dat huwelijk hield niet lang stand...
Eind maart 1906 verlaat Okada huis en haard, berooid. Hij trekt, in de openlucht slapend, te voet naar Tokyo, een tocht van 285 kilometer. Vervolgens woont hij daar twee jaar bij een vriend op een kamer, contact met de buitenwereld mijdend. Intussen experimenteerde hij met de ademhaling en de houding, en verfijnde zo de ‘Seiza’-methode waar hij mee naar buiten zou komen.

Twaalf jaar later woonden – “zonder sociale media,” zoals Shapiro vermeldt – 20.000 Japanners zijn dagelijkse bijeenkomsten van ‘in stilte zitten’ bij, waar hij onderwees door zijn voorbeeld en met stilzwijgende aanwijzingen. Studenten gingen er in de vroege ochtend vóór hun colleges naartoe, wars van al het hoofdwerk en alle Westerse boeken die ze moesten bestuderen. Maar ook sommigen van hun leermeesters gingen, en huisvrouwen, diplomaten, soldaten, zelfs leden van de Keizerlijke familie - kortom, tout Tokyo was erbij...
... totdat Okada in 1920 onverwachts komt te overlijden aan een nierfalen ... zijn leerlingen, die dachten dat hij het eeuwige leven had, ontredderd achterlatend...

Ik eindig met een uitspraak van Okada (die geen eigen teksten naliet), die aantoont hoe onconventioneel hij was, en die mij als beoefenaar van het ‘shaken’ een grote voldoening gaf:
“The essence of seiza is not limited to the sitting form. I introduced this kneeling style because it's well suited to the Japanese sitting custom. Were I European, I would teach with dance. We cannot dance if our center is not stable, firm, and balanced.”
Ook op dat bankje zitten we niet gebakken, iedereen zal zijn eigen oefening vinden en zijn eigen vorm.

Hein Zeillemaker