Vrouw
spelend op de kamancheh; Hasht Behesht, Isfahan, Perzië, 1669 [klik om te vergroten] |
De Iraans-Koerdische kamancheh speler Kayhan Kalhor van The Silk Road Ensemble schreef Silent City ter nagedachtenis van de tienduizend slachtoffers van de gifgasaanval van 16 maart 1988 op Halabjah, een stad in Iraaks Koerdistan. Het was de wraak van Saddam Hoessein voor de Koerdische rebellie tegen zijn leger tijdens de Irak-Iranoorlog.
Oorlogen en geruchten van oorlogen. Het schijnt de condition humaine te zijn.
Die oorlog woedt ook in jezelf: ...woede – die tot je schrik zomaar mee gaat vibreren met de hartstochten op het wereldtoneel.
Als je in Wikepedia het lemma Iraq-Iran war leest (dat meer dan vijftig A4'tjes beslaat) is dat even helemaal verdwenen. Oog in oog met die oneindige zee van menselijk leed en menselijke waanzin, raak je verlamd en met stomheid geslagen. Dat gebeurt je niet zo vaak, meestal heb je het idee dat je iets kunt doen, en op z'n minst vind je er iets van.
Het was voor mij een schok dat deze oorlog, die acht jaar duurde, indertijd nauwelijks tot me doorgedrongen is – een bloedbad dat qua omvang vergeleken wordt met de 1e Wereldoorlog, met ‘menselijke golven’, loopgraven en gifgasaanvallen, die ook op Iraanse steden waren gericht.
Nieuw element in het verhaal is het martelaarschap aan Iraanse zijde, een voorafschaduwing van de zelfmoordaanslagen van onze tijd:
During the Fateh offensive [in February 1987], I toured the southwest front on the Iranian side and saw scores of boys, aged anywhere from nine to sixteen, who said with staggering and seemingly genuine enthusiasm that they had volunteered to become martyrs. Regular army troops, the paramilitary Revolutionary Guards and mullahs all lauded these youths, known as baseeji [Basij], for having played the most dangerous role in breaking through Iraqi lines. They had led the way, running over fields of mines to clear the ground for the Iranian ground assault. Wearing white headbands to signify the embracing of death, and shouting 'Shaheed, shaheed' (Martyr, martyr) they literally blew their way into heaven. Their numbers were never disclosed. But a walk through the residential suburbs of Iranian cities provided a clue. Window after window, block after block, displayed black-bordered photographs of teenage or preteen youths.Het lijkt allemaal te gaan over toen-en-toen, daar-en-daar, die-en-die. Toch komt de crisis in de wereld ook voor ons steeds dichterbij. Opnieuw krijg ik de kans mijn ogen te openen, naar binnen te luisteren…
Wright, Robin (2001). Sacred Rage: The Wrath of Militant Islam
Hein Zeillemaker
Geen opmerkingen:
Een reactie posten