Op het moment dat ik dit schrijf ligt er een groot cruiseschip
aangemeerd aan de passagiersterminal in de haven van Amsterdam. Op het schip
zullen de mensen nog wel aan hun ontbijt zijn, maar straks zullen ze in de rij
gaan staan om de drukte op de Nachtwacht te gaan zien of om de spanning van
Anne Frank in haar schuilplaats na te ervaren.
Om de mensen op het schip van alle gemakken te voorzien blaast
het met grote kracht de warme lucht die niet meer nodig is uit vleugels aan de
enorme schoorsteen. Het geluid van deze luchtstroom weerkaatst tegen de gevels
van de woningen aan de overkant van het water. Of ik nu de deur van mijn woning
open laat of dicht doe, het heeft geen invloed op de kracht van het geluid. Tot
overmaat van ramp vermengt dit geluid zich met het bonkende gestamp van een
langs het schip varende binnenvaarttanker, en een politiehelikopter.
Ik laat mijn bezigheden vallen en geprikkeld rol ik mijn tuin
in. Op dat moment hoor ik een zachte wind door de bladeren gaan. Twee verschillende
werelden raken mij aan. Even weet ik niet meer of ik op deze aarde ben.
Ik rol terug naar mijn
keukentafel. Daar ligt het boekje Dromend
naar de wereld kijken van Maarten[1]. Ik sla het zomaar ergens
open en lees:
“… wat
is nu de basisinspanning die nodig is? Eigenlijk is dat – ook al klinkt dat
misschien een beetje gek – dat je overdag een beetje dromend naar de wereld
kijkt. De wereld die in opbraak is, die haast heeft, waarin allerlei nieuwe
ontwikkelingen om aandacht vragen. En dat je dat allemaal accepteert – zo is de
wereld.”
Ik denk: “Ja, ja! Maar dat
schip vertrekt pas om zes uur ’s middags, en al die tijd …”
“Maar
de vraag is natuurlijk altijd weer of jijzelf ook op die manier wordt meegenomen
door alle ontwikkelingen. Dus het is heel makkelijk dat je jezelf daarin
vergeet, vergeet wie je bent. Ja, wat ben je eigenlijk?”
Die laatste vraag verrast. De
vraag naar wie je bent, wordt de vraag naar wat je bent. Maar ik lees verder:
“… (ben jij) een mens die
ziet dat er, behalve al datgene wat speelt en wat je aandacht heeft en waar je
in opgaat of waar je je tegen verzet – wat eigenlijk hetzelfde is – nog iets
anders is?”
Ik herinner me wel zo iets …
Ik sla het boekje dicht en kijk vanaf mijn keukentafel naar
buiten. Het schip is nog steeds druk bezig en de wind blijft door de bladeren
in de struiken van mijn tuin gaan.
Rien Heukelom, augustus 2013
[1] Maarten Houtman: Dromend naar de
wereld kijken; laatste toespraken, 2006-2007. Uitg. Stichting ‘zen als
leefwijze’, 2013
Geen opmerkingen:
Een reactie posten