(voorpublicatie uit het boek ‘Verlicht en Verlost’ door Hein Stufkens en Annemiek Schrijver, dat in juni 2012 verschijnt bij uitgeverij Ten Have)
Om mij heen zag ik na de gesmoorde revolutie van de zestiger jaren een tweedeling ontstaan: de ene groep oud-strijders van mei ’68 begon aan ‘de lange mars door de instellingen’ om te proberen van binnenuit alsnog de samenleving te veranderen, de andere groep keerde zich van de samenleving af en geloofde alleen nog maar in het gaan van de weg naar binnen. En als geboren weegschaal kon ik maar niet kiezen. Daarover schreef ik in 1976 een artikeltje in het inmiddels verdwenen tijdschrift Sfinx. Voor de reactie die daarop kwam van de zenleraar Maarten Houtman, ben ik hem tot op de dag van vandaag dankbaar. Hoewel hij zelf als volgt als eerste zijn dank betuigde: ‘Ik ben Hein Stufkens hoogst dankbaar voor zijn juiste en kritische beschrijving van het verschijnsel van de twee kampen zoals die zich aan ons voordoen, omdat het mij de gelegenheid geeft de gemeenschappelijke wortel te ontdekken en er hier in het kort iets over te zeggen.’ De kern van zijn artikel is te vinden in deze passage : ‘Echte meditatie drukt de mens met de neus op de daagse werkelijkheid. Zo streng zelfs, dat de gedachte aan veranderingen in de toekomst niet toegelaten wordt. Wij gaan onszelf beleven als actieve medespelers in het grote geheel van het maatschappelijke- en wereldgebeuren. We gaan echter ook ontdekken dat geweld, agressie, wantrouwen, leugen en manipulatie ook vertakkingen in onszelf hebben. En dit nu maakt de studie van zo’n indringend karakter. Wij zien dan vanzelf de groteske dwaasheid van het zaken buiten ons bestrijden die in ons nog niet geklaard zijn. Anderzijds zijn de misstanden buiten ons te duidelijk om ons niet te doen beseffen dat we op de vlucht zijn, wanneer we alleen maar aan onszelf zouden werken.’