woensdag 19 december 2012

Overtocht naar de andere oever

Het verhaal van ‘Bootjes’ - installatie gemaakt voor hospice ‘Veerhuis’ in Amsterdam


Mijn man, Maarten Houtman, verbleef in de herfst van 2010 twee maanden lang in hospice ‘Veerhuis’ in Amsterdam, waar hij gastvrij opgenomen werd. Ook voor mij was het een bijzondere periode, omdat hij nog wel in de buurt was, maar vele handen het werk verrichtten waar ik al die tijd vrijwel in m’n eentje voorstond.
Als dank voor de zorg en warmte waarmee de vrijwilligers de bewoners van dit huis begeleiden naar de andere oever, besloot ik voor elk van hen een bootje te maken, totaal vijftig in getal.


Ik begon met het bootje dat ik het beste kende, ik had het getekend in 1984 voor de omslag van Maartens eerste boek over meditatie, ‘Zen; notities onderweg’. Het bestaat uitsluitend uit bijeengebonden bamboe stammen met een lage boeg, een rustende visser en een mand voor de vis. Het zou in klei erg breekbaar zijn.


Daarna maakte ik een aantal zeilbootjes, met de visser rustend op de voorplecht, als een kleine boeddha. Kajaks, roeibootjes, een paar veerponten, een slank vaartuigje met twee vrienden volgden.


Ik werkte met wit- en roodbakkende klei, penseelde een beetje kobalt, ijzeroxide en mangaan op de witte klei. Zo gingen ze de oven in. Daarna werden de witbakkenden in een romig wit glazuur gedoopt en gestookt; een aantal roodbakkenden gingen mee en werden prachtig paars.


Al werkend werd duidelijk dat deze bootjes erg ongelijksoortige - om niet te zeggen: oneerlijke - cadeautjes zouden worden, en dat zij als groep veel sterker waren en ook als zodanig gepresenteerd en geplaatst moesten worden.
Dat heeft mij veel kopzorgen gekost en het duurde lang voor ik tevreden was met de plaatsing zoals die tenslotte geworden is: een lange smalle drager van geëtst spiegelglas waarop de bootjes voortvaren in een wisseling van maat en ritme, hoog en laag, wit en rood, met de zware accenten van paars en bruin in contrast met de luchtigheid van het romig wit. En dat alles op het zachtgroene ‘water’.


Wat was de inspiratie - behalve bewondering en dankbaarheid voor de mensen die in het ‘Veerhuis’ werken, om er het laatste huiselijke huis van te maken voor de grote overtocht?
Dat was het motto in Maartens boek ‘Zen; notities onderweg’:

Laat je maar gaan, de stroom trekt,
vergeet de zwaarte,
vergeet het bekende,
en dans weg in de stroom,
water in water


Amsterdam, december 2012, Hanna Mobach



Meer informatie over het werk van Hanna Mobach vindt u op www.hannamobach.nl

vrijdag 16 november 2012

Ontmoetingen

door Hein Zeillemaker

Wanneer ik welke Hans Kraak nu voor het eerst ontmoette, weet ik niet meer.
Op zekere dag verscheen er een oudere man – groot, karakteristieke kop – op de kade in Amsterdam waar we met onze woonboot lagen. Bij de ingang van het souterrain van het grachtenhuis op de hoek stond hij daar met zijn schilderwerk, de doeken uitgestald langs de straat. Telkens als ik er langs kwam, keek ik er met enige verwondering naar.
Toen kwam ik dezelfde man bij Maarten tegen, Hans Kraak bleek hij te heten. Hij straalde een zekere warmte uit, maar leek me geen gemakkelijk heer. Wel groetten we elkaar nu voortaan op straat en op zekere dag is hij ook in de woonboot geweest.
Weer later verscheen hij ook in de ‘niet-weters’-groep, op uitnodiging van Maarten. Hij heeft daar enige tijd meegedraaid, maar bleef toch een eenling én iemand die Maarten regelmatig tegensprak (wellicht omdat ze leeftijdgenoten waren). Ik hoorde dat hij een gepensioneerd ‘zeekapitein’ was.
Maar net zoals hij uit het niets verscheen, was hij plotseling ook weer verdwenen, uit tao-zen, uit de stad – zijn mini-galerie was inmiddels allang opgedoekt. We hoorden dat hij in Bilthoven een plek voor zijn oude dag had gevonden. Ik was toch een beetje aan hem gehecht geraakt …
Toen ik – nu vele jaren later – onlangs een mailing verstuurde over ‘Shaking zen’, kreeg ik onverwacht een uitvoerig bericht van Hans, waarin hij stilstond bij zijn verhaal met Maarten.
Het verhaal van Hans Kraak geef ik – met zijn toestemming – graag aan jullie door:

Beste zengenoten,

Ik kreeg een mailtje over ‘Shaking zen’, waarin verteld wordt over de nieuwe loot aan de Tao-zen stam. De website heb ik uiteraard ook gelezen.
De wisselwerking tussen lichaam en geest is voor mij een basisgegeven; en ook het effect van beweging, wat bij de dansen van de primitieve culturen al een rol speelde. Of je beweegt met dansen, joggen, tai chi, het heeft hetzelfde effect.

Als je je daarvan bewust kunt zijn, vind je in het dagelijks leven al overal de oefening: ‘ga naar binnen toe’. Voor mij begint dat aan het begin van de dag met de Feldenkrais-oefeningen voor het ontbijt (ik hoor Greet Wicart zeggen: ‘Voel na’). En op weg naar het centrum om boodschappen te doen: hoe loop je? Loop je ritmisch?
Koersveranderingen zijn mij ook niet vreemd. In mijn eerste gesprek met Maarten in Maarssen, vertelde ik hem: ik loop weg als je met leerstellingen aankomt. Zijn enige antwoord was: ‘Blijf maar weglopen.’

woensdag 8 augustus 2012

Beeldenstorm

Khadim Ali, The Haunted Lotus, gouache en bladgoud op Wasli-papier

Enkele nabeelden van de 13e Documenta

We leven in een wereld van beelden, beelden die zich in ons vastzetten als meningen, principes, idealen en wereldbeschouwingen. En we koesteren het wereldbeeld dat we hebben en zijn bereid te vechten voor onze ver-beelding van de werkelijkheid, voor onze heilige huisjes …
Maar ook al zijn we in die zin ‘fundamentalisten’, soms kunnen we, ronddwalend in ons vertrouwde landschap, even zien hoezeer al die beelden onze horizont vervuilen en haast geen ruimte meer laten om waar te nemen – en we smachten naar de openheid van een nieuwe, onbelaste wereld …

Als je een aantal dagen rondloopt op de Documenta, de vijfjaarlijkse kunstmanifestatie in Kassel, word je natuurlijk overstelpt met nieuwe beelden. Onwillekeurig ga je op zoek naar beelden die niet toevoegen aan het bekende, maar een bevrijdende werking hebben …
De 13e aflevering van Documenta speelt zich niet alleen in Kassel af, maar wordt ‘fysiek en conceptueel’ ook op een aantal andere locaties gehouden, met name in Afganistan. Daarbij is de blik gericht op de omstandigheden waaronder kunstenaars werken. Kaboel en Bamiyan spelen daarin een centrale rol, “omdat kunstenaars hier, naast een toestand van hoop, veelvuldig een staat van beleg ervaren, samen met terugtrekking en blootstelling.”
Het gebeuren in Bamiyan, waar de Taliban in 2001 twee monumentale zesde-eeuwse zandstenen boeddha’s opbliezen, heeft destijds diepe indruk op me gemaakt. Het was het jaar waarin ook die andere tweevoudige beeldenstorm plaatsvond …

maandag 7 mei 2012

Voor Maarten




Te Doeterniettoe om Nooittelaat
daar heeft zij met mij afgesproken.
Ach mijn ah en au is zij,
het hondsdiep van mijn nooddruft,
de skipbreuk van alle sekerheid.



Frans Kuipers



vrijdag 4 mei 2012

Het individuele probleem is het wereldprobleem

(voorpublicatie uit het boek ‘Verlicht en Verlost’ door Hein Stufkens en Annemiek Schrijver, dat in juni 2012 verschijnt bij uitgeverij Ten Have)


Om mij heen zag ik na de gesmoorde revolutie van de zestiger jaren een tweedeling ontstaan: de ene groep oud-strijders van mei ’68 begon aan ‘de lange mars door de instellingen’ om te proberen van binnenuit alsnog de samenleving te veranderen, de andere groep keerde zich van de samenleving af en geloofde alleen nog maar in het gaan van de weg naar binnen. En als geboren weegschaal kon ik maar niet kiezen. Daarover schreef ik in 1976 een artikeltje in het inmiddels verdwenen tijdschrift Sfinx. 
Voor de reactie die daarop kwam van de zenleraar Maarten Houtman, ben ik hem tot op de dag van vandaag dankbaar. Hoewel hij zelf als volgt als eerste zijn dank betuigde: ‘Ik ben Hein Stufkens hoogst dankbaar voor zijn juiste en kritische beschrijving van het verschijnsel van de twee kampen zoals die zich aan ons voordoen, omdat het mij de gelegenheid geeft de gemeenschappelijke wortel te ontdekken en er hier in het kort iets over te zeggen.’
De kern van zijn artikel is te vinden in deze passage : 
‘Echte meditatie drukt de mens met de neus op de daagse werkelijkheid. Zo streng zelfs, dat de gedachte aan veranderingen in de toekomst niet toegelaten wordt. Wij gaan onszelf beleven als actieve medespelers in het grote geheel van het maatschappelijke- en wereldgebeuren. We gaan echter ook ontdekken dat geweld, agressie, wantrouwen, leugen en manipulatie ook vertakkingen in onszelf hebben. En dit nu maakt de studie van zo’n indringend karakter. Wij zien dan vanzelf de groteske dwaasheid van het zaken buiten ons bestrijden die in ons nog niet geklaard zijn. Anderzijds zijn de misstanden buiten ons te duidelijk om ons niet te doen beseffen dat we op de vlucht zijn, wanneer we alleen maar aan onszelf zouden werken.’

De kern






© Ingrid Bakker

maandag 9 april 2012

Ruis

Het is nooit stil in mijn hoofd, zelfs als het stil is.

Ik heb tinnitus aan mijn linkeroor, al minstens twintig jaar. Als ik bezig ben met alledaagse dingen merk ik meestal niets van de hoge toon in de linkerhelft van mijn hoofd, een toon die klinkt als een kruising tussen de nullijn op een control panel waarop het geluid per ongeluk aanstaat en de deksel van de thermoskan, die niet goed of juist te strak aangedraaid is.
Als ik zit te lezen of schrijven merk ik het altijd op, voor het slapengaan kan het mij heel lang wakker houden en natuurlijk dient het zich vooral krachtig aan bij het zen-zitten. Hoe dan ook, ik moet er altijd voor buigen, er doorheen. Ik betreur deze toestand vaak en ben er mee naar de dokter geweest, die mij allerlei websites aanbeval, waarop je kunt oefenen en ermee leren leven. Ik heb er nooit naar gekeken.

Mijn tinnitus brengt mij keer op keer tot de realisatie dat alles flux en trilling is en wat zich afspeelt in de tijd en ruimte één grote beweging van geboorte en dood.

Soms word ik er gek van en wil dat het ophoudt. Er valt echter niets te willen. Bij het zitten registreer ik dat de toon er oorverdovend aanwezig is. Soms kom ik nauwelijks verder in deze voor mij beschikbare versie van de stilte en soms lukt het mij wel om in acceptatie rustig te zitten en mijn aandacht te richten op wat er op dat moment dobbert op de golven van mijn bewustzijn.

Misschien is de toon in mijn hoofd gewoon de radiofrequentie waarop ik mijn leven ontvang  - jammer genoeg een beetje fout getuned - en wordt het pas echt interessant om te beleven wat het volgende kanaal van ontvangst zal zijn.

Lene Gravesen

zaterdag 3 maart 2012

Over agressie


Naar aanleiding van de bijeenkomst van ’Tao-zen Oefenen’ van 3 maart 2012

Na de inleiding van Piet Wever afgelopen zaterdag tijdens onze meditatiebijeenkomst, werd er ook over agressie gesproken. Iemand probeerde zich te herinneren wat Maarten daar ooit over gezegd had.

Het is bijna 40 jaar geleden dat een van mijn collega's op de Academie (Maarten zat daar toen in het nieuwe bestuur) zich hardop afvroeg “wat die man met zijn agressie deed”. Aangezien ik Maarten amper kende kon ik hem geen antwoord geven. Later was een korte mededeling voldoende voor mij om lang over na te denken.

Wij woonden inmiddels samen en hij zei op een keer dat hij vond dat alle agressie bij hem moest eindigen. Dat leek mij een onmogelijke opgave, en misschien ook niet erg gezond. Maar ik herinnerde me wat hij verteld had over het jappenkamp, die keer dat hij met twee oudere mannen “op zijn bek geslagen was” voor iets wat hij niet gedaan had. Die anderen waren het eerst aan de beurt en zij schreeuwden het uit. Voor de mepper was dit verachtelijk. Schreeuwen was om jezelf aan te vuren. Maarten, als laatste, had tijd om te zien wat er gebeurde. De onvermijdelijkheid ervan, het onpersoonlijke, de mepper door de kadaverdiscipline tot instrument vervormd. Hij zette zijn kiezen op elkaar en werd bewusteloos geslagen.

Hanna Mobach

vrijdag 2 maart 2012

Waterland




Mist veegt in flarden langs het pad
het zicht niet meer dan honderd meter,
de sloot verdwijnt
alsof de wereld ophoudt te bestaan.

De zon schetst vaag wat witte lijnen
een dak – een stal, een huis misschien,
een hond blaft, dichtbij maar toch ongezien
en ook de auto’s zijn alleen nog maar te horen.

De tijd lijkt stil te staan en alle menselijk
gedruis ver weg.

Ook ik sta stil en wil niet meer dan dit –
een kleine plek om te verwijlen.



Klaaske Fokkens


donderdag 1 maart 2012

Tao-zen Home - het ontstaan van een website

Nu de grote worsteling voorbij is en de bits en bites zich harmonisch op het web te rusten hebben gelegd, klaar om bij de eerste aanraking hun dans te beginnen, komt weer die behoefte boven er even bij stil te staan.

Het was telkens om vier uur in de ochtend, elke dag, dat een bevangenheid zich van mij meester maakte en dat ik aan ’t werk moest. Vaak met al invallende gedachtes en beelden bij het wakker worden. Krankzinnig wellicht. Maar gelukkig had ik Maarten horen vertellen van kloosters waar ze om half vier in de ochtend begonnen met de eerste zitronde. Dat gaf me meer vertrouwen in m’n eigen biologische klok, in een oerritme, wars van alle conventies. Mijn eigen meditatie…
Vreemd eigenlijk dat je een medestander nodig hebt om je vertrouwen in alleen zijn te versterken.

Dan zat ik daar weer op m’n vertrouwde plek achter de computer. Hoewel ik vaak ook even de luxaflex opendraaide en me, ingeplugd, een moment overgaf aan m’n shakeoefening, om maar vooral het contact met het oer in m’n lijf niet te verliezen. De ramen nog verduisterd van de flat tegenover, en in afwachting van de bouwlichten in de verte, die om zes uur zullen aanfloepen.